Stichting Edmond Hustinx
Edmond Hustinx foundation

Ad de Bont toneelschrijvers / playwrights











De Hustinxprijs 2004 voor dramaschrijfkunst is toegekend aan de schrijver en regisseur Ad de Bont (9 mei 1949). Hij ontvangt de prijs als erkenning en waardering voor zijn kwaliteiten als tekstschrijver voor jeugdtheater. De laureaat is oprichter en artistiek leider van het Nederlandse jeugdtheater-gezelschap Wederzijds. Voor dit gezelschap schreef en regisseerde hij sedert 1982 een groot aantal producties. Ook voor groepen en instellingen als Het Vervolg, Theatergroep Mevrouw Smit, De Trust, B&D, Het Paleis in Antwerpen, de NCRV en Press Now schreef hij toneelteksten. Bij Het Vervolg, Fact, Speeltheater Holland, KJT Antwerpen, Schauburg München
en het Paleis in Antwerpen verzorgde hij regies. Veel van zijn stukken zijn vertaald. Naast de vier grote Europese talen, ook in de Scandinavischetalen, het Hongaars, Portugees en Italiaans. Ad de Bont werd eerder onderscheiden met de Hans Snoekprijs, verder met de First International Ostakino Prize in Moskou (1994), de VKV prijs (1998), de Deutsche Kindertheater Preis (1998) en was in 2004 laureaat du MPE als beste buitenlandse productie in Canada.

Juryleden: Toon Brouwers, Erica Eegen, Kees Holierhoek, Anne van Otterloo.



Juryrapport
Voor het eerst in de geschiedenis van de Edmond Hustinxprijs, gaat het om de selectie van een Nederlandse auteur die zijn sporen heeft verdiend op het gebied van toneelschrijven voor de jeugd. Het uitoefenen van dit vak, het toneelschrijven voor de jeugd op een reguliere basis, is in Nederland relatief gezien jong. Dat wil niet zeggen dat er in het verleden geen toneelschrijvers waren die dramatisch werk maakten voor de jeugd. Zeker die bestonden er wel, maar het schrijven voor de jeugd was geen hoofdzaak, meestal slechts bijzaak. Dramatisch werk voor de jeugd van kwaliteit wordt pas de laatste 25 jaar in continuïteit geproduceerd. Dat is op zich niet zo verwonderlijk omdat ook het jeugdtheater zelf zich pas vanaf eind jaren zestig is gaan ontwikkelen en vanaf dat moment - vooral in de jaren tachtig en negentig - tot grote artistieke bloei is gekomen. Ondertussen is het jeugdtheater een volwaardig onderdeel van het theater geworden en heeft zijn eigen artistieke autonomie en kwaliteit verworven. Het toevoegen van een prijswinnaar op dit gebied aan de lijst van illustere namen van schrijvers die deze prijs tot nu toe hebben verdiend, is voor de jury niet alleen een uitdaging. Het is tevens de bevestiging dat het schrijven en produceren van theater voor een jeugdig publiek een volwaardig vak kan zijn. Daarbij moet wel opgemerkt dat veel schrijvers werken in verbinding met een gezelschap. Deze context blijkt de meeste garantie te bieden voor het werken in continuïteit en ontwikkeling van het schrijverschap.

Werkwijze van de jury
De jury is als volgt te werk gegaan. Conform de richtlijnen van de prijs, moest het gaan om een auteur die al kan bogen op een langere ervaring, maar die tevens wat betreft zijn activiteiten perspectief bood naar de toekomst. De jury heeft dus eerst gekeken naar auteurs die in continuïteit dramatisch werk geproduceerd hebben, dat nu doen en in de toekomst nog zullen voortzetten. Op basis van deze selectie kwamen al snel twee auteurs naar voren die beiden aan deze voorwaarden voldoen. De twee schrijvers zijn bijzonder getalenteerd en hebben door de jaren een mooi, bijzonder en hier en daar onvergelijkbaar oeuvre gecreëerd. Beiden verdienen lof. Beiden zullen nog van zich laten horen. We hebben het hier over Ad de Bont en Roel Adam.

Roel Adam is toneelschrijver en acteur, al jaren lang verbonden aan Huis aan de Amstel. Hij is een ware taalkunstenaar. Hij zoekt en speelt met de betekenissen, de kracht en de klank van het woord. Zijn stukken zijn gebaseerd op grote, universele thema’s, hij behandelt filosofische onderwerpen en maakt die toegankelijk voor jong en oud door ze in het leven te plaatsen. Zijn stukken, of dat nu Overmorgen is, een Lek in het Zwijgen of Siberië, kaarten op lichte toon de complexiteit van het (kinder)leven, zonder de realiteit te kopiëren. Hij is geïnteresseerd in wat mensen en kinderen wezenlijk beweegt. Daarbij maakt hij veel gebruik van humor. Hij neemt zijn publiek serieus en spreekt ze aan op hun denkkracht en fantasie.
Hij stelt eerder vragen dan dat hij poneert of antwoorden geeft. Zijn stukken hebben altijd meerdere lagen. Daarom zijn al zijn stukken ook voor volwassenen interessant. Zijn toneelstukken ontwikkelen zich in de snelle en levendige dialogen tussen twee of meerdere personages.
De personages in zijn stukken zijn veelzijdig en kleurrijk zodat er voor alle acteurs veel te spelen is. Spelplezier is daarbij een belangrijk uitgangspunt. Hij doet diepgaand onderzoek naar verschillende theaterstijlen en -vormen. De diversiteit in zijn werk is groot. De kwaliteit vrijwel constant hoog.

Ad de Bont is toneelschrijver, regisseur en artistiek leider van theatergroep Wederzijds. Hij is een echte verhalen verteller of dat nu een gefantaseerd, historisch of actueel politiek verhaal is. Hij gaat recht op zijn doel af en maakt liever geen zijsprongen. Hij weet wat hij wil zeggen en zal daarbij geen woord te veel of te weinig gebruiken. Zijn taalgebruik is muzikaal. Hij gebruikt ritme en klank dat dan weer poëtisch, dan weer snel en bondig uitpakt. Zijn stukken hebben een heldere opbouw en volgen het verhaal, het thema lijkt in eerste instantie ondergeschikt. Hij maakt af en toe gebruik van vertellers die het verhaal plaatsen en vertellen wat er ondertussen gebeurd is. Zijn teksten zijn informatief zodat het publiek weet wat er gaande is. Hij heeft divers werk geschreven. Een aantal eenakters, Schemer en kopzorg, Laatste Nacht en Beulswerk; concrete, actuele politieke stukken, zoals Mirad, een jongen uit Bosnië en Rupa Lucian/Kind van Roemenie; een paar sprookjesachtige stukken zoals De dochter van de boevenkoning en Vosje een historisch verhaal als Het bijzondere leventje van Hilletje Jans en het heldenepos Garuma. De kracht van Ad de Bont’s dialogen komt prachtig tot uitdrukking in Mirad, een jongen uit Bosnië.
Het lastige van een winnaar is dat je moet kiezen en dan de één afzet tegen de ander en er daarmee één tekort gaat doen. Eigenlijk kan het helemaal niet, omdat het appels met peren vergelijken is. Hoe kan je een toneelschrijver/acteur, vergelijken met een toneelschrijver/regisseur en artistiek leider? Maar goed, er kan maar een prijswinnaar zijn, zo zijn de regels. Om de winnaar vast te stellen, hebben alle juryleden, onafhankelijk van elkaar van elke auteur een aantal stukken gelezen. Ieder jurylid heeft elk stuk een punt gegeven. De optelsom van die punten bepaalde uiteindelijk wie de winnaar was.
De winnaar is Ad de Bont.

De prijswinnaar
Ad de Bont begon met schrijven in de jaren zeventig. Vanaf 1982 deed hij dat als regisseur en artistiek leider van toneelgroep Wederzijds, een gezelschap dat zich vanaf het eerste begin van haar bestaan heeft bezig gehouden met het maken van theater voor de jeugd op die plek waar die jeugd veel komt, op de school. Al meer dan 20 jaar schrijft hij dramatisch werk voor de jeugd. Al vroeg voelde hij zich aangetrokken tot kinderen. In een interview in het tijdschrift de Theatermaker, ter gelegenheid van zijn 20 jarige jubileum bij Wederzijds, vertelt hij dat hij kinderen een leuke categorie mensen vindt: “Ze zitten vol leven, humor en hebben een naïviteit en een hoop die ik ook in mezelf herken.”
Naïviteit en hoop leiden tot verwondering. De verwondering van het kind is dan ook een element dat in het dramatische werk van Ad herkenbaar is. Het is bijvoorbeeld aanwezig in een stuk als Vosje. Het is een speels verhaal waarin licht en donker elkaar afwisselen. Alles is gewoon, en hoort bij het leven, niets is abnormaal, het is spel en in het spel is alles mogelijk. Ad schrijft het zoals kinderen spelen, van de ene naar de andere situatie zonder oordeel, enkel de ervaring. In het stuk zet hij tevens de kwaliteiten van zijn levenspartner Cees Landzaat in. De tekst is gelardeerd met grappige tekeningen van deze beeldende kunstenaar.
Naast de verwondering is er nog een ander element dat het werk van Ad karakteriseert en dat we hier willen omschrijven als sociale bewogenheid. Veel stukken van Ad hebben een uitgesproken sociaal thema: in zijn laatste stuk Moeder Afrika is dat de Nederlandse slavenhandel, in Garuma, de opkomst en ondergang van een voetbalheld, in Rupa Lucian/Kind van Roemenië de misstanden in weeshuizen, in Mirad, een jongen uit Bosnië, de gruwelijke toestand van de oorlog op de Balkan. In zijn teksten echter behandelt hij deze zware onderwerpen met een zekere lichtheid en humor zonder afbreuk te doen aan de ernst van de situatie die hij aan de orde stelt.
Vooral Mirad is een van de hoogtepunten in zijn werk als schrijver. Het is alsof Mirad en de zijnen hem opdracht hebben gegeven dit levensverhaal openbaar te maken en dat hij daarvoor zijn eigen medium, het podium heeft gebruikt. Doorlopend ervaar je de noodzaak ervan. De tekst is mooi, helder en documentair van karakter. Aangrijpend en uiterst realistisch. Qua inhoud laat dit stuk een grootste indruk achter. Mirad neemt je mee in zijn leefwereld, zijn gruwelijke en persoonlijke ervaringen en dilemma’s. Je kunt niet anders dan luisteren. Dat is knap werk. Ook de datum van uitkomen, 1993, is bijzonder alert geweest. Het is dan ook niet verwonderlijk dat deze tekst van alle Nederlandse toneelteksten die ooit vertaald zijn, de tekst is
die in het meeste talen beschikbaar is. Als een olievlek verspreidde die zich uit over Europa en gaf aan veel kinderen en volwassenen een ander beeld van de oorlog en de gevolgen daarvan voor het leven van een kind en zijn
familie. Het is gespeeld in 7 verschillende talen.
Nog een kenmerk dat in het werk van Ad naar voren komt is het absurdisme, het spelen met de beleving van verschillende werkelijkheden en betekenis die aan die werkelijkheid gegeven wordt. Een mooi voorbeeld hiervan is het stuk Schemer en Kopzorg, dat Ad in 1984 in opdracht van Wederzijds schreef als stuk dat speciaal in het klaslokaal gespeeld kan worden. Prachtig beschreven is de zoektocht naar de voetstappen waarvan Schemer en Kopzorg zeker weten dat die hen altijd op de hielen zitten. Beide figuren maken van alles mee, maar hun voetstappen vinden doen ze niet, ze blijven op zoek. Een ander schitterend voorbeeld van het gebruik van het absurde in het werk van Ad is het stuk De Papegaaienjas, in 1990 geschreven in opdracht van Theatervereniging Mevrouw Smit. Uitgangspunt in deze mooie tekst over leven en dood is meteen al de vraag- wie is toeschouwer en wie is speler? Aan het begin en aan het eind stelt Carola, het ene personage in het stuk, de vraag aan Archibald, het andere personage: Komen we hier om te kijken of te spelen? Om te kijken natuurlijk, antwoord Archibald.
De teksten van Ad gaan zoals het werk van elke goede kunstenaar altijd over essenties, levensvragen en drijfveren van mensen. Tegelijkertijd zijn het ook bijzondere theatrale ervaringen. Vooral zijn grote stukken, zoals Hilletje Jans, Garuma en de Dochter van de Boevenkoning zijn een vorm van totaal theater met veel scène wisselingen, muziek en zang, uitbeeldingen van situaties en vertellers.
Het zal duidelijk zijn uit het voorafgaande, Ad zijn werk voor de jeugd kent een grote diversiteit. Al zijn teksten zijn en worden met groot succes opgevoerd. Op de eerste plaats natuurlijk bij zijn eigen gezelschap Toneelgroep Wederzijds, daarnaast ook door andere gezelschappen in binnen- en buitenland. Internationaal wordt zijn dramatisch werk veel opgevoerd. Vooral in het Duitse kinder- en jeugdtoneel is Ad een zeer gewild en veel gespeeld auteur.
Een prijsuitreiking is een feestje, het is het vieren van een moment in de tijd waarop wordt teruggekeken op een bijzondere prestatie of verdienste van een persoon. Bij een dergelijke gelegenheid worden er meestal lovende woorden gesproken door een jury die soms een enkele kritische noot toevoegt. De leden van de jury zijn ervoor gevraagd en ze doen het met plezier en overgave in de hoop dat er in hun subjectieve mening waarheid schuilt die de prijswinnaar recht doet. Wat de kritische noot betreft, die laten we hier achterwege. Als het op kritisch zijn aankomt, is Ad zelf niet te evenaren: zijn esthetisch vermogen om toestanden aan te pakken die hij lelijk vindt, is groot. Zijn perfectionisme bijna grenzeloos.’
Tot slot van ons verhaal willen we daarom zeggen: Ad, bedankt dat jij met je toneelteksten en theater de wereld mooier wil maken. Het vele publiek, jong en volwassen, vindt het een feest om jouw theater te zien en zich erdoor te laten raken. Misschien verandert de wereld er een beetje door.

De jury

Maastricht 30 oktober 2004